Skip to main content

Piet Thoenes


Thoenes (1921-1995) studeerde sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam waar hij in 1949 cum laude afstudeerde. Na gewerkt te hebben o.a. als leraar aardrijkskunde en bij het CBS op de afdeling educatieve statistiek, vertrok hij in 1957 naar Leiden om bij van Heek te gaan werken. In 1962 promoveerde hij op een onderzoek naar de elite in de verzorgingsstaat. Daarin betrok hij de stelling dat de verzorgingsstaat een nieuwe fase betekende in de geschiedenis van de staat.

Hiermee introduceerde Thoenes de term ‘verzorgingsstaat’ in Nederland. Hij omschreef die als ‘een maatschappijvorm die gekenmerkt wordt door een op democratische leest geschoeid systeem van overheidszorg dat zich (…) garant stelt voor het collectieve sociale welzijn van haar onderdanen’. Nieuw en belangrijk element in deze omschrijving was dat het de verantwoordelijkheid van de overheid definieert voor het welzijn van de Nederlandse bevolking. Het gaat noch om incidenteel of individueel beleid noch om alleen kwetsbare groepen. De overheid is verantwoordelijk voor verzorgingsstaatarrangementen op terreinen als gezondheidszorg, onderwijs, sociale zekerheid, huisvesting.

In 1964 werd Thoenes buitengewoon hoogleraar aan het Institute of Social Studies in Den Haag en in 1968 werd hij benoemd aan de Universiteit van Utrecht tot hoogleraar in de algemene en theoretische sociologie, als opvolger van Kruijt. In die periode ging hij zich steeds meer interesseren in beleidsvraagstukken en richtte hij de vakgroep ‘planning en beleid’ op. Zijn hele leven is hij actief geweest in de humanistische beweging; hij stond onder meer aan de wieg van de oprichting van de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht in 1989.

In 1976 publiceerde hij Van wetenschap tot utopie. Daarin schetste hij een beeld van een sterke overheid die zorgt voor de basisvoorzieningen in de maatschappij (de verzorgingsstaat dus) en van individuele burgers en groepen burgers die hun leven naar eigen inzicht vorm kunnen geven. Met dit laatste was hij een vroege observator van wat tegenwoordig de individualisering van de samenleving wordt genoemd. Het boek kreeg minder aandacht dan waarop hij had gehoopt.

In 1984 ging Thoenes met emeritaat. Hij bleef zich wel actief bemoeien met het debat over de verzorgingsstaat en bleef ook als socioloog actief.

Piet Thoenes was binnen de Nederlandse sociologie een markante, non-conformistische verschijning, die zich met zijn theorie over de verzorgingsstaat een centrale plaats had verworven. Hij werd alom gerespecteerd.

Foto: Humanist 50 (1995) 8/9 (sept.) 37
Erelid sinds 1986